Frankrijk – Limousin en Normandië – 30-03-2018 tot en met 08-04-2018
Paasvakantie en eindelijk nog eens tijd om er voor een weekje tussenuit te trekken! Aangezien het al enige tijd geleden was dat we Frankrijk bezochten stelden we als doel: kort de Limousin streek verkennen en dan uitwijken naar de Normandische kust.
Naar goede gewoonte vertrokken we iets na 22u00 voor een nachtelijke rit, hierdoor ontsnappen we aan alle verkeersdrukte die er tijdens een vakantieuittocht heerst en bovendien vinden we het zalig om ’s nachts te rijden.
Op ongeveer 200 km. van onze eerste bestemming, Collonges la Rouge (departement Corrèze, in de regio Limousin), bleven we steken en doken we voor enkele uren onder de wol. Dit deden we deels omdat we moe waren, maar ook om niet te vroeg aan te komen op de camperplaats van Collonges la Rouge zodat we daar niemand ongewenst wakker zouden maken.
Rond 8u00 stonden we opnieuw op en na het maken van een potje koffie en enkele croissants als ontbijt, vervolgden we onze weg. In het begin was het redelijk mistig en nog wat later reden we door de regen.
Iets voor de middag kwamen we aan op de quasi verlaten camperplaats van Collonges la Rouge. De camperplaats bevat een servicepunt waar je water kan inslaan en lozen en ook de toiletcassette kan reinigen. Elektriciteitsaansluitingen zijn er niet. Over dit laatste maken we ons eigenlijk nooit zorgen omdat onze zonnepanelen en dubbele woonbatterijen doen waarvoor ze gemaakt zijn: ons de ganse tijd van elektriciteit voorzien .
Na een lichte lunch besloten we om het dorpje een bezoekje te brengen. De druilerige regenbuien zouden we de rest van de namiddag en avond erbij moeten nemen. Het dorpscentrum is niet zeer ver van de camperplaats gelegen. Bij het verlaten van de camperplaats volgden we het bordje centrum en na een 5-tal minuutjes wandelen stonden we reeds in het centrum van dit mooie dorp.
Collonges-la-Rouge is een bijzonder dorpje gelegen in het departement Corrèze, in de regio Limousin. Bijna alle huizen zijn gebouwd met rode zandsteen. Het dorpje is ontstaan nadat er rondom de 8ste eeuw een priorij werd gebouwd door de monniken van de abdij van Charroux. Daardoor gingen vele inwoners van de omringende omgeving zich bij deze priorij vestigden. Doordat het dorpje op de pelgrimsroute naar Santiago de Compostela lag, zorgden de vele pelgrims die vanuit de stad Rocamadour naar Santiago de Compostela trokken voor een grote bron van inkomsten voor het plaatsje. In de zestiende eeuw na Christus vergaarde het plaatsje steeds meer bekendheid als vakantieplaats en werd het door de landelijke elite gezien als een mooie plek om in de zomer te verblijven. Dit leidde tot de bouw van verschillende landhuizen en kleine kasteeltjes in en rondom het dorpje.
Vandaag de dag zijn nog heel wat huisjes in deze unieke rode zandsteen (grès rouge), die men in de plaatselijke groeven wint, goed bewaard gebleven.
We wandelden het dorp zowat in alle richtingen door en buiten de tal van mooie gebouwen (Maison de la Sirène, maison Boutang du Peyrat , Église St.-Pierre, Castel de Vassinhac, etc.) merkten we op dat aan drankgelegenheden, restaurants en souvenirwinkels er ook geen gebrek was. Tevens zijn er door het hele dorpje heen in kleine keldertjes en winkelruimtes exposities te zien van lokale kunstenaars en worden er ook veel regionale producten aangeboden. Zo is er bijzonder mooi glaswerk te koop, heerlijke mosterd, uiteraard goed franse kazen en veel wijn en likeuren.
Nadat we in restaurant “Auberge du Cantou” enkele lekkere drankjes en streekgerechten waren gaan drinken/eten staken we de straat over om de plaatselijke distillerie “Des Terres Rouges” die is gevestigd naast een messenmaker “Atelier le couteau de Corrèze“. We kochten er o.a. een fles Fénelon (bestaande uit wijn van Cahors – noten en cassis), een zeer lekker apéritief drankje en een fles lokaal geproduceerde Pastis.
Met onze “buit” keerden we in de late namiddag terug naar onze motorhome om nog een beetje na te genieten. ’s Avonds kropen we redelijk vroeg onder de wol; we hadden tenslotte een lange dag achter de rug.
Aangezien we vroeg waren gaan slapen, waren we ook weer vroeg wakker en daardoor bereikten we onze volgende bestemming nog in de voormiddag. Na een ritje van ongeveer anderhalf uur kwamen we aan op de camperplaats van Oradour sur Glane. Aangezien er niet veel campers aanwezig waren én omdat het uitzicht voor ons een beetje tegensloeg reden we met de motorhome naar de parking die dichterbij de ingang van de bezienswaardigheid gelegen is. Daar was het wel redelijk druk, maar gelukkig voor ons was er net een motorhome weg gereden waardoor we ons van een plaatsje konden verzekeren.
De officiële naam van deze bezienswaardigheid is Le Centre de la Mémoire – Oradour sur Glane – Village Martyr.
Het bloedbad van Oradour-sur-Glane vond plaats op 10 juni 1944 in de Franse plaats Oradour-sur-Glane. Het dorp werd die dag door het eerste regiment ‘Der Führer’ van de 2. SS-Panzer-Division Das Reich ingesloten en uiteindelijk verwoest. Bij deze overval werden 642 mensen vermoord. Slechts zes personen overleefden het bloedbad.
Waarschijnlijk was het bloedbad een wraakactie. Als aanleiding wordt wel de actie genoemd van het Franse verzet op 8 juni 1944. Toen werd in Saint-Junien, een plaatsje nabij Oradour, een spoorbrug opgeblazen. Hierbij werden twee Duitse soldaten gedood, waaronder SS-Sturmbannführer Helmut Kämpfe, die een persoonlijke vriend was van majoor Diekmann, onder wiens bevel het regiment stond dat de massamoord in Oradour pleegde.
Kort na de oorlog kwam Charles de Gaulle naar Oradour. Hij besliste dat de resten van het oude dorp de functie moesten verkrijgen van monument. Hij besloot tevens dat het nieuwe Oradour op een steenworp afstand weer opgebouwd zou worden. De resterende inwoners van Oradour woonden enige jaren in primitieve omstandigheden totdat het nieuwe Oradour in 1953 werd ingewijd. De regering besloot dat de bevolking van Oradour rouwkleding zou moeten dragen en dat het nieuwe Oradour ook deze sfeer moest uitademen. Oradour mocht alleen de grijze kleur hebben.
Bij de ingang van het dorp is in 1999 een museum ingericht, het Centre de la Memoire. Het is een ondergronds museum. Wie de ingang van het museum passeert komt midden in het dorp weer bovengronds. Daar zijn alle ruïnes nog in de staat van na de verwoesting. Kleine plaquettes op de huizen geven aan of er een winkel, kapperszaak, garage of kledingatelier gevestigd was. Alles is zo gelaten zoals het de fatale dag is achtergelaten, inclusief de auto van de huisarts, die nog op het dorpsplein staat.
Terwijl we door de straten wandelden werden we er werkelijk stil van wanneer we nagingen welke gruwelen er zich hier hebben afgespeeld op die bewuste zaterdag. Het is niet meteen de meest leuke bezienswaardigheid, maar soms moet een mens al eens met de gruwelen van het verleden geconfronteerd worden om te beseffen dat men dergelijke gruwelijkheden niet meer mag laten gebeuren. Spijtig genoeg gebeurd dit in sommige delen van de wereld nog altijd.
Na ons bezoek keerden we terug naar onze motorhome en maakten we plannen voor het verdere verloop van onze trip. Aangezien de weersvoorspellingen er niet zo goed uitzagen voor de regio beslisten we om naar de Normandische kust te rijden, meer bepaald naar de landingsstranden van D-day.
Aangezien het nogal een aanzienlijke afstand was planden we nog een tussenstop in. Dit werd de camperplaats in La Rochefoucauld in het departement Charente. De grootste attractie is het majestueuze kasteel dat gebouwd werd in 11de eeuw en nauw verbonden is met de familie van Rochefoucauld, waaruit de beroemde schrijver met dezelfde naam afstamt.
We kwamen er aan in de late namiddag aan en installeerden ons op de kleine camperplaats vlak voor de ingang van de (toen nog gesloten) camping. Doordat er nog teveel bladeren aan de bomen hingen hadden we vanop de camperplaats een mooi zicht op het kasteel.
Na het avondmaal wandelde vader even naar het kasteel om er enkele foto’s te maken. Op de parking tegenover het kasteel stonden enkele motorhomes die er klaarblijkelijk gingen overnachten. Het zicht dat zij hadden op het kasteel was natuurlijk stukken beter dan dat van ons 8-) .
De dag nadien, op maandag 2 april, vingen we onze rit aan richting de Normandische kust. Het werd een vlotte, maar regenachtige rit. Als bestemming hadden we de camperplaats van Isigny sur Mer ingesteld, gewoon omdat we de naam kenden van de zuivelproducten. Blijkbaar is Isigny sur Mer ook nog bekend voor zijn toffees, oesters, Calvados en nog ander gastronomisch erfgoed. Toen we er tegen de avond aankwamen hadden we pech: alle plaatsjes waren volzet en waren we genoodzaakt om een andere overnachtingsplaats uit te zoeken.
We opteerden om naar de camperplaats van Carentan te rijden in de buurt van Utah Beach. Deze camperplaats, die voorzien is van alle voorzieningen, kan je enkel betreden wanneer je in het bezit bent van een kaart van de organisatie “Camping Car Park”. De kaart kostte 4€ en konden we aan de betaalpaal aankopen. De kaart kan je nadien uiteraard ook gebruiken bij andere locaties van de organisatie. Het duurde niet lang alvorens we geïnstalleerd waren, we een hapje te eten hadden klaargemaakt en we vermoeid, maar voldaan, ons bed opzochten.
Op 4 juni 1944 werd de Normandische kust op vijf verschillende plaatsen aangevallen door de geallieerden. Deze vijf plekken staan nu bekend onder de volgende strandnamen die we in de volgorde passeerden en waar we bij een plaatsen halt hielden:
Op dinsdag 3 april stonden we vroeg op en na het ontbijt reden we naar onze eerste bestemming die we zouden bezoeken: het Utah Beach landingsmuseum in Sainte-Marie-du-Mont.
Het Utah Beach landingsmuseum staat precies op de plek waar de Amerikaanse troepen op 6 juni 1944 aan land zijn gekomen. De gebeurtenissen van D-Day worden in tien fases verduidelijkt, van de voorbereidingen tot aan de succesvolle afloop. Via het chronologische parcours krijgt men een duidelijk inzicht van de feiten die er zich voordeden. Een rijke verzameling voorwerpen, voertuigen, materieel en getuigenissen illustreren het verloop van Operation Overlord (D-Day).
Eén van de pronkstukken is een originele B-26 bommenwerper, een bijzonder vliegtuig waarvan op de hele wereld slechts zes exemplaren bewaard gebleven zijn.
Onze volgende halte was “Pointe du Hoc“, een locatie op een klif in Saint-Pierre-du-Mont. De rots bevindt zich tussen Omaha Beach en Utah Beach. Beneden is er een smal keistrand van een tiental meter breed, daarna steekt Pointe du Hoc 30 meter boven de zee uit.
De dagen voordat de landing op Pointe du Hoc plaatsvond, werd het zwaar gebombardeerd (de kraters zijn er vandaag de dag nog steeds te aanschouwen). Door deze bombardementen hadden de Duitsers de 155 mm kanonnen meer landinwaarts geplaatst, hetgeen de Rangers niet wisten. Om 7 uur in de morgen bereikten de Rangers de voet van de 30 meter hoge kliffen, die door de Duitsers vanuit bunkers werden verdedigd (deze bunkers zijn nog deels intact en kan men bezoeken). Met behulp van touwladders en met mortieren omhoog geschoten enterhaken met touwen, slaagden de mannen erin tegen de kliffen op te klimmen, de Duitsers uit te schakelen en een strategische positie in te nemen. Men ontdekte echter dat de kanonnen uit de bunkers weggehaald waren. De Rangers verzamelden zich boven en enkele gingen op zoek naar de artillerie. Deze werd al vlug gevonden en vernietigd.
Na dit bezoek begaven we ons via zeer smalle en, door de regen, zeer smerige wegen naar onze volgende bestemming: Arromanches-les-Bains (Gold beach) waar we ons parkeerden op de parking van Arromanches 360, waar we ook de nacht zouden doorbrengen want een deel van de parking wordt ook gebruikt als camperplaats. Je hebt er vanop de klippen een adembenemend zicht op de kustlijn en via een smal weggetje is het mogelijk om af te dalen naar het centrum van Arromanches-les-Bains.
In de 360º bioscoop van Arromanches 360 is het net alsof je de Slag om Normandië van dichtbij meemaakt. In Arromanches-les-Bains in Normandië werd grotendeels de overwinning van de geallieerden op de Duitsers behaald in de zomer van 1944. Het dorp ligt aan zee en kreeg een kunstmatige haven, een uniek werk in de geschiedenis van de mensheid. Delen van de kunstmatige haven zijn nog steeds zichtbaar tijdens eb.
Deze goed gevulde dag kwam tot een einde en na het avondmaal was het tijd om een beetje te relaxen en van het uitzicht te genieten tot de zon onderging.
Van het oorlogsgeweld hadden we nu wel genoeg gezien en we besloten wel de kustweg langs de twee andere stranden (Juno en Sword) te volgen, maar zonder nog één van de vele oorlogsmusea/locaties te bezoeken. Als je wil kan je in deze buurt weken rondtoeren van museum naar museum. Wie weet, wanneer we ooit met pensioen gaan?
Aangezien onze motorhome grotendeels bedekt was geraakt met roodkleurig slijk waren we blij toen we een carwash (Le Bleu Elephant) passeerden waar we onze motorhome d.m.v. een hoge drukreiniger een grondige kuisbeurt konden geven.
Met een blinkende motorhome vervolgden we onze route en hielden we halt in Luc-sur-Mer. Niet zozeer om de gemeente te bezoeken, maar eerder voor de eerste 3 letter van de gemeentenaam, deze komen overeen met de 3 letters van de voornaam van “yours truly” . Aan het naambord van de gemeente werden de nodige foto’s getrokken .
Na dit intermezzo reden we door naar het noorden en stopten we bij onze volgende overnachtingsplaats: de camperplaats van Honfleur. Deze joekel van een camperplaats bezochten we al enkele keren in het verleden (cfr. Frankrijk – Normandië en Champagne Ardenne van 21/03/2008 t.e.m. 25/03/2008 / Frankrijk – Normandië – Bretagne van 17/04/2009 tot en met 24/04/2009 / Frankrijk – Normandie – Bretagne – Loire – van 15/08/2009 tot en met 29/08/2009 en Frankrijk – Normandië – Bretagne – Charentes Maritime – 15-09-2012 tot en met 23-09-2012), maar omdat het alweer enkele jaren geleden was leek het ons een goed idee om er nog eens halt te houden.
In al die jaren leek er aan de camperplaats maar één ding echt gewijzigd en dat waren het aantal elektriciteitsaansluitingen. Dat zijn er beduidend meer geworden. Alleen hadden we hiermee wel een probleem: toen we na een wandeling terugkwamen hoorden we de ijskast een eigenaardig klikkend geluid maken (niet het opspringen van de gasaansluiting, maar eerder het geluid van een relais). Gelukkig herkenden we het geluid onmiddellijk; met onze Exsis hebben we indertijd eenzelfde gehad. Dit probleem ontstaat wanneer er te weinig voltage op de elektrische aansluiting staat en dat de ijskast eigenlijk niet goed weet wat te doen. We trokken de stroomtoevoer uit en plaatsen de ijskast manueel op gas. Probleem opgelost. Toevallig hadden we ook een elektriciteitsmeter meegebracht en toen we deze koppelden aan de elektriciteitskast merkten we dat het voltage versprong tussen 185V en 220V. Dit was kennelijk een tijdelijk probleem want toen we later opnieuw enkele metingen deden stond er steeds ongeveer 220V af te lezen. Veiligheidshalve lieten we onze ijskast toch maar op gas staan.
Daarna trokken we er opnieuw op uit en maakten we een wandeling door de pittoreske oude dorpskern waar we ook enkele souvenirs op de kop tikten voor onze familieleden. Als avondmaal hadden we fruits de mer in gedachten en de ingrediënten daarvoor kochten we bij de vishandelaar die op de kade is gevestigd. Oesters, wulken, grijze garnalen, kreukels, gamba’s, noordzeekrabpoten, etc. we hadden het allemaal bij en lieten het ons in onze motorhome, samen met een goed flesje wijn, goed smaken.
De dag nadien, donderdag 5 april, reden we naar een camperplaats die al zeer lang op ons verlanglijstje stond, waar we ooit al wel eens hadden gestopt, maar nog nooit hadden overnacht. Nu zouden we het wel doen: de camperplaats van Saint-Valery-en-Caux.
Deze zeer druk bezochte camperplaats is gelegen op de kade die via een smalle toegangsweg te bereiken is vanuit het centrum. Je hebt er, volgens ons althans, een zeer mooi uitzicht over de kustlijn. Er is een servicepunt aanwezig waar je water kan inslaan en je je toiletcassette en vuilwatertank kan ledigen. Betalen doe je aan dezelfde sanizuil. Te voet kost het je een 5-tal minuutjes om in het centrum uit te komen.
Nadat we iets hadden gegeten wandelden we een beetje rond door het centrum, langs de promenade aan de kustlijn en aan de kleine jachthaven met zijn al even kleine sluizencomplex.
Toen we enige tijd later opnieuw aan onze motorhome aankwamen installeerden we ons met onze stoelen en een fles champagne voor onze motorhome om van het voorjaarszonnetje te genieten. Zalig!
Tijdens het nuttigen van onze champagne beslisten we dat we gingen eten in één van de restaurants dat we hadden gezien gedurende onze wandeling. We kozen ervoor om ons avondmaal in Hotel-restaurant L’Eden te gaan eten. En, ja hoor, we kozen alweer voor een fruits de mer 8-) . We zijn nu éénmaal verzot op zeevruchten. We kregen zeker geen spijt van onze keuze want voor een zeer democratische prijs kregen we een zeer uitgebreide zeevruchtenschotel geserveerd. We sloten onze maaltijd af met een dessertje en een pousse-café.
Méér dan voldaan begaven we ons een paar uur later terug naar de camperplaats waar we ons klaarmaakten om alweer onder de wol te kruipen.
’s Morgens, na het ontbijt, poetsten we eerst de motorhome een beetje aan de binnenkant en toen we merkten dat het zeer druk was aan het servicepunt vertrokken we zonder oponthoud naar onze volgende bestemming: de camperplaats van Montreuil-sur-Mer. Toen we er aankwamen stelden we vast dat de plek volzet was. We maakten dan maar gebruik van het (betalende) servicepunt om ons verswater bij te vullen en ons afvalwater te lozen en de toiletcassette te reinigen.
Ondertussen hadden we een ander eindpunt bepaald: het werd de camperplaats van Le Portel. Toen we er in de vroege namiddag aan kwamen waren we blij dat er nog plaats in overvloed beschikbaar was. Nadat we onze toegang hadden betaald aan de betaalpaal waren we dan ook snel geïnstalleerd. Het was er lekker rustig en we genoten van de stilte en nog steeds van de voorjaarszon die nog steeds van de partij was. Meneer maakte in de loop van de namiddag een wandeling in de buurt terwijl mevrouw, die een pijnlijke voet had, zichzelf de nodige rust voorschreef.
Tegen de avond aan beslisten we dat we nog een extra nacht op deze plaats zouden blijven en kochten we ons enkele uren elektriciteit aan de betaalpaal. Via een code die je op die manier ontvangt kan je een elektriciteitspunt activeren. Deze keer aten we geen fruits de mer, maar een eenvoudige spaghetti met pesto. Simpel, maar ook lekker. Uiteraard mocht een glaasje wijn niet ontbreken :liquor: . De rest van de avond lazen we een goed boek en keken we naar een leuke film.
Op zaterdag 7 april ging het alweer een beetje beter met de pijnlijke voet van mevrouw en trokken we er in de namiddag op uit voor een wandeling langs kustlijn, waar de met gras begroeide heuvels de aanwezigheid van bunkers uit WOII niet kan verbergen. We vervolgden onze weg langs de promenade en ergens halverwege zagen we de restanten van een bouwwerk voor de kust in zee staan, maar we vonden nergens een verwijzing naar wat het zou kunnen zijn. We wandelden de promenade helemaal af tot aan de camping Le Phare d’Opal. Daarna keerden we een stuk op onze stappen terug en vervolgden onze route door het centrum om via de Intermarché terug te keren naar onze motorhome.
’s Avonds gingen we iets eten in brasserie Le Monaclin aan de Quai du Calvaire. Daar werd het een leuke tijd: naast ons zat een koppel en algauw hadden we door dat de dame van de streek was en quasi iedereen kende. De ideale persoon dus om iets aan te vragen i.v.m. de stenen overblijfsels die we niet zo ver in de zee hadden gezien. De dame wist ons direct te vertellen dat het ging over ‘Fort de l’Heurt‘. Zijzelf vond dat ervoor de toeristen veel te weinig info beschikbaar was en algauw waren alle locals erover bezig en werd er naarstig gezocht naar een informatiebrochure die we kort daarna te zien kregen door middel van een geplastificeerde pamflet.
Het Fort de l’Heurt werd in 1803 gebouwd onder Napoleon Bonaparte voor de verankering van de vloten.
Het fort heeft sindsdien heel wat zware golven en zeestormen doorstaan en er blijft vandaag dan ook nog maar een gedeelte van over terwijl het ooit een oppervlakte van 175m2 besloeg. Ondanks alles blijft het een sterk symbool van de badplaats. Het fort is toegankelijk bij eb, er worden ook geleide bezoeken georganiseerd. Het is ook gekend als een plaats waar je mosselen kan steken.
Tegelijkertijd werd er natuurlijk wat gegeten en gedronken en algauw was het vrij laat op de avond en namen we afscheid van onze tafelgenoten.
Na een korte wandeling arriveerden we terug aan onze motorhome en maakten we ons klaar voor onze laatste nacht tijdens deze trip.
Op zondag 8 april keerden we huiswaarts met een lading leuke herinneringen.
Klik hier om meer foto’s te bekijken van deze én onze andere motorhome reizen.
Op PolarSteps.com ziet onze trip er als volgt uit (https://www.polarsteps.com/LucCeulemans/794959-fr-limousin-en-normandie):
Onze andere reizen kan u ook via onderstaande weg raadplegen:
Reacties
Frankrijk – Limousin en Normandië – 30-03-2018 tot en met 08-04-2018 — Geen reacties
HTML tags allowed in your comment: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>