België – Ieper – 02-03-2019 tot en met 06-03-2019
Initieel wensten we tijdens de een gedeelte van de krokusvakantie naar de Franse stad Saint-Quentin gaan in het departement Picardië. Dit is een stad waar volgens ons wel het een en ander te zien is en bovendien is er een camperplaats aanwezig.
Maar hoe dichter de krokusvakantie kwam, hoe slechter het weer eruit zag in België en de omringende landen. En omdat mevrouw nog een beetje wenste te werken tijdens deze periode vonden we het te gek om drie- à vierhonderd kilometers te rijden om in de regen te gaan staan.
We zochten ons een bestemming dichter bij huis en dit werd Ieper. Al gauw reserveerden we ons een plaats op camping Jeugdstadion voor de periode 2/3/2019 t.e.m. 6/3/2019. Toen we nog met onze Aviano rondreisden hadden we hier ook al eens gestaan en toen was het ons ook goed bevallen.
Camping Jeugdstadion is op wandelafstand gelegen van het centrum van Ieper en de bekende Menenpoort. De camping is opgedeeld in 2 stukken: de camping zelf met ruime plaatsen en aansluitpunten voor elektriciteit en water op elke plaats (ondergrond grastegels) en net voor de camping heb je een camperplaats waar 18 motorhomes kunnen staan telkens per 3 in een vak (ondergrond betonnen klinkers). Iedere plek beschikt er over 10A elektriciteit. Verder is er een servicepunt waar je water kan nemen en je vuilwater kan lozen. De inhoud van de toiletcassette kan je kwijt in een daarop voorziene plaats aan het sanitaire gebouw van de camping. Je mag er ook gebruik maken van de douches.
Bij de aankomst schrijf je je in via een elektronisch loket en na afloop van de procedure ontvang je een elektronische kaart waarmee je via de slagboom zo veel je wil kan binnen en buiten rijden. De kaart gebruik je ook om jezelf toegang te verschaffen tot de sanitaire gebouwen. Oh ja, we betaalden 15€ per overnachting op de camperplaats.
Op een 500-tal meter verwijderd van de camping is er een Aldi en een Renmans beenhouwerij aanwezig. Wij stopten daar voor onze aankomst op de camping om de nodige levensmiddelen aan te schaffen.
Tijdens de heenrit hadden we al een beetje regen gehad, maar bij onze aankomst was het droog. Het was ruim 16u00 toen we geïnstalleerd waren en we besloten om de rest van de dag in de motorhome te blijven. Een beetje apéritieven en een maaltijd later keken we nog naar iets op de TV vooraleer we onder de wol kropen.
’s Nachts was het beginnen regenen en dit bleef het doen tot ongeveer 11u00 welk ons geruim de tijd gaf om een beetje te luieren en van een gezellige brunch te genieten.
Daarna vertrokken we te voet naar het centrum van Ieper. Vanop de camping is er een wandelweg tussen het groen dat je tot aan het door water omringde fortomwalling brengt. Wanneer je daar de wandelbrug oversteekt kan je onder de omwalling door naar de achtergelegen straten of, zoals wij deden kan je tegen via de buitenkant van de omwalling een ijzeren pad volgen waar je op het einde, via een aantal trappen, tot in het park bovenop de vestingsomwalling brengt. Deze vestingen van Ieper zijn de best bewaarde van ons land. De oorsprong ervan begint meer dan 10 eeuwen geleden.
Vanaf het onthaalcentrum “De Kazematten” dat onder de vestingswal is gelegen ter hoogte van de Sint-Jacobskerk kan je de 2,6 km lange bewegwijzerde vestingsroute volgen. Op de kazematten zullen we later in dit artikel terug komen.
Wij gingen bovenop de vestingswal naar rechts en begaven ons zo in de richting van de Menenpoort. Wanneer je deze weg volgt kom je bovenaan, in het midden van de Menenpoort aan. Op dit plateau staat er een miniatuur van de poort en ook enkele beelden die ons eraan herrinneren dat zelfs het Nepalees leger heeft deelgenomen aan WOI.
We daalden de trappen af en kwamen dan uit onder de poort, een gedenkteken in de vorm van een Romeinse triomfboog. Deze poort draagt de namen van 54.896 vermiste soldaten van het toenmalige Britse Imperium. Hier worden de namen vermeld van het begin van de oorlog tot 15 augustus 1917. De vermisten vanaf 16 augustus 1917 tot het einde van de oorlog (34.984) staan vermeld op panelen van het Tyne Cot Cemetery in Passendale. De Menenpoort werd in 1927 ingehuldigd en wordt onderhouden door de Commonwealth War Graves Comission.
Op de plaats van de Menenpoort stond eeuwenlang een ander exemplaar dat eerst de Hangwaertpoort heette en daarna de Antwerpenpoort. Toen Sébastien Le Prestre de Vauban in de 17de eeuw de vesten aanlegde werd de poort verbouwd. Op 8 juli 1803 bracht Napoleon een bezoek aan de stad Ieper en vanaf toen werd de poort “Napoleonpoort” genoemd.
Vanaf 1815 kreeg ze de naam “Menenpoort”. In 1862 werd ze gesloopt en was deze toegang niet meer dan een 13 meter breed gat in de vesten. Langs deze plaats marcheerden de Britse troepen tijdens WOI naar het front.
De twee leeuwen standbeelden die we vooraan de Menenpoort zien staan zijn replica’s van het oorspronkelijke paar dat aan het begin van WOI op dezelfde plaats stonden. Ze werden geschonken door de Australische bevolking als blijvend teken van dankbaarheid voor de toewijding waarmee de Belgische bevolking het Australische offer blijft gedenken.
Onder de Menenpoot wordt sinds 1928 iedere avond om 20u00 stipt de “Last Post” geblazen. Dit wordt gedaan door klaroeners van de “Last Post Association”, vrijwillige Ieperse brandweerlui.
Via de Menenpoort wandelden we in de richting van de grote markt waar we aan de rechterzijde het Oud-Kasselrij-gebouw passeerden. Dit gebouw uit de 15de eeuw heeft in de voorgevel een reeks medaillons die de zeven hoofdzonden voorstellen. Het werd na WOI gebruikt als voorlopig stadhuis.
Daarna vergaapten we ons aan de prachtige “Lakenhalle” en het “Belfort”. Deze gebouwen waren in de 13de eeuw één van de meest indrukwekkende burgerlijke gebouwen van Europa. De Lakenhalle deed dienst als overdekte verkoop- en opslagplaats aan de, nu overwelfde, waterweg de “Ieperlee”.
Sommige Belforten zijn vrijstaand, andere maken deel uit van een stadhuis of lakenhal. Het Ieperse Belfort vormt de toren van 70 meter hoog van de Lakenhalle en beklemtoont daarmee het enorme belang van de lakenhandel in die periode. De onderbouw van het Belfort, de “Donkerpoort”, trotseerde de eeuwen én WOI. Het is de doorgang onder het Belfort waarvan de robuuste gewelven dateren van rond 1200.
Op het eerste verdiep van de Lakenhalle vind je het “In Flanders Fields” museum. Op het gelijkvloers bevinden zich het bezoekerscentrum van Ieper en de Westhoek, het Kenniscentrum van het museum, het museumcafé en de museuminkom.
Een gebouw dat je ook niet kan missen is de 100 meter hoge Sint-Maartenskathedraal. Deze kathedraal is een oude bisschopskerk in Gotische stijl. Onder andere Graaf Robrecht van Bethune, de “Leeuw van Vlaanderen” ligt hier begraven. Hij stierf op 17 december 1322 en blijft bekend als de populaire en goedmoedige graaf die zich inzette voor de zelfstandigheid van de steden en van Vlaanderen, zijn graafschap.
Het Lapidarium naast de kathedraal bevat oude resten van de Sint-Maartensproosdij, een permanente getuigenis van de WOI-vernieling.
Via de Boterstraat liepen we onderdoor de Vispoort met de zeegod Neptunus die oorspronkelijk in 1714 werd gebouwd en bereikten we de Vismarkt. Dit is een smal gekasseid pleintje dat tussen de Boterstraat en de Seminariestraat. Tegenwoordig staat deze buurt gekend als uitgangsbuurt, maar vroeger was dit de plaats om vis te kopen. In het oude tolhuisje (1899), ook Minckhuisje genoemd, moesten visverkopers tol betalen. Er staan ook nog twee overdekte verkoopsstanden.
We keerden terug richting de Menenpoort en sloegen na de Grote Markt rechtsaf richting de Kazematten, waar het onthaalcentrum de Kazematten en de gelijknamige brasserie zich bevindt.
Vauban, de grote vestingingenieur van Lodewijk XIV, bouwde rond 1680 de 3 kazematten. Deze 3 unieke kazematten of eigenlijk souterrains maken deel uit van de 17-eeuwse vestingen die de stad Ieper omwallen.
Het onderscheid tussen kazematten en souterrains zit hem in het feit dat souterrains niet over schietgaten beschikken en opslagruimtes zijn. Kazematten waren bedoeld om geschut op te stellen en hadden dus schietgaten. Beide waren in principe bomvrij.
De souterrains dienden vanaf omstreeks 1680 als militaire bakkerij voor het garnizoen van de verschillende legers. De ruimtes waren zo goed beschermd dat ze zelfs bestand leken tegen de moderne artillerie van WOI. Zo richtten de Britse troepen tijdens WOI de kazematten in als “mess” voor de officieren. Ook hun commandopost, rustplaats en veldhospitaal werden in “Hotel de Remparts”, zoals de kazematten ironisch werden genoemd, ondergebracht. Ook de Britse soldatenkrant “The Wipers” werd er gedrukt. Nu is er een stadsbrouwerij, onder de vleugels van Sint-Bernardus uit Watou en het onthaalcentrum en Brasserie De Kazematten. De brouwerij is enkel op zaterdag tussen 15u00 en 17u00 te bezoeken. Er worden een aantal “Wipers” biersoorten gebrouwen (licht, amber en donker).
De naam “Wipers” is ontstaan door de Engelsen: Ieper is in het Frans “Ypres”. De Engelsen spraken dit dus uit als “Wipers”, vandaar de naamgeving van de toenmalige soldatenkrant en het bier dat er nu wordt gebrouwen.
Wij stapten brasserie “De Kazematten” binnen om onze innerlijke mens ook iets te gunnen.
Het is een locatie die we echt wel kunnen aanraden: zeer gezellig interieur, zeer hartelijke bediening en ontvangst door de eigenaars en zeer lekker eten met zeer verse ingrediënten bereidt door een kokkin die van wanten weet. (Een deel van de info die u in dit artikel aantreft werd ons trouwens in het oor gefluisterd door de zeer aangename uitbaters van deze locatie)
In een apart lokaal is er ook een klein museum onder gebracht waar er o.a. een maquette te zien is van het vernielde Ieper net na WOI. Dit is verbijsterend: er stonden nog maar 2 huizen overeind. Alle andere gebouwen waren grotendeels vernield, maar werden na de oorlog met respect voor het verleden door de Ieperlingen opnieuw opgebouwd.
Na het nuttigen van enkele Wipers, hoofdgerechten en zalige desserts, afgerond met enkele Irish verwenkoffie’s waren we klaar om naar de Last Post te gaan luisteren.
De Menenpoort was volledig opgevuld door mensen die dit evenement niet wilden missen. Het geroezemoes verstomde abrupt toen even voor 20u00 de klaroenisten verschenen. Om 20u00 stipt werd de Last Post aangevangen. Een muzikaal kippenvel moment dat zich voor een oorverdovend stil publiek voltrok.
Nadien keerden we terug naar onze motorhome waar we nog een beetje TV keken.
’s Nachts werden we geweldig door elkaar geschud door bijzonder veel wind en regen, echt niet normaal. Rond een uur of zeven nam de wind wat af en tegen 10u00 stopte het ook met regenen.
Maar ongacht de goede weersomstandigheden tijdens het overgrote deel van de namiddag: op maandag deden we niet veel meer dan een zalige douche gaan nemen in het sanitaire gebouw en, mijn vrouw, een beetje werken.
Tegen de avond aan trok de hemel snel dicht en kregen we nog een aantal flinke buien over ons heen.
Als avondmaal bereidden we een heerlijke pastamaaltijd.
Dinsdagochtend sliepen we een beetje uit vooraleer we een uitgebreide brunch nuttigden.
In de namiddag maakten we een korte wandeling tot aan de grote markt met als een doel een souvenir magneet aan te schaffen om aan onze ijskast te hangen. Dit is een traditie die we nu reeds een groot aantal jaren naleven en ondertussen hangen er al tientallen magneten op onze ijskast. Dit zijn constante herinneringen aan de meeste locaties die we ooit bezochten.
Toen we terugkeerden naar de camping hielden we bovenop de vestingsmuur even halt aan de ijskelder. De ijskelder is een 6 meter diepe ruimte waar men het tijdens de winter uit het water uitgehouwen ijs bewaarde dat later onder de bevolking werd verdeeld om etenswaren in te bewaren. De ijskelder werd afgesloten door 2 deuren die naar het Noorden zijn gericht, dit alles om het ijs zolang mogelijk te bewaren.
Een kleine kilometer verderop tref je de “Ramparts Cemetery” aan. Deze oorspronkelijk Franse begraafplaats werd van februari 1915 tot april 1918 door de Britten gebruikt. Tot nu toe bleven er een groot aantal graven over van Britse, Canadese, Australische, Nieuw-Zeelandse en Maori WOI slachtoffers. In 1999 werden de laatste vier lichamen bijgezet.
Nadien keerden we terug naar onze motorhome om er een relaxte namiddag door te brengen.
Na het avondeten begon het weeral zachtjes te regenen en dat deed het voor het overgrote deel van de nacht.
Op woensdagochtend moesten we de camping voor 11u00 verlaten en vielen we terug in de gekende procedures: vroeg opstaan, ontbijten, de motorhome een beetje aan kant zetten en de nodige zaken reeds inpakken om de overdracht van onze goederen van onze motorhome naar onze auto zo snel mogelijk te laten verlopen.
Na een redelijk vlotte rit waren we terug thuis en konden we weeral een aantal mooie herinneringen aan ons lijstje toevoegen. De aangekochte magneet die nu aan onze ijskast hangt (tussen een groot aantal andere herdenkingsmagneten) is er een blijvend symbool van.
Klik hier om meer foto’s te bekijken van deze én onze andere motorhome reizen.
Op PolarSteps.com ziet onze trip er als volgt uit (https://www.polarsteps.com/LucCeulemans/1488798-be-ieper):
Onze andere reizen kan u ook via onderstaande weg raadplegen:
Zeer mooi verslag! Al wonen we hier niet al te ver van weg, hebben we terug nieuwe dingen ontdekt om dit nog eens te herhalen! Bedankt, rik en els
Dank u voor het compliment. Veel plezier bij het herontdekken van Ieper!
Groetjes, Luc