Spanje – Valencia – 07/04/2019 tot en met 18/04/2019
De paasvakantie bracht ons naar een bestemming die al lang op onze wishlist stond: Valencia, één van de meest geliefde Europese citytrip bestemmingen. Vele landgenoten zullen de afstand waarschijnlijk met het vliegtuig afleggen, maar wij niet. Wij besloten het met onze motorhome te doen.
We hadden tussen 7 en 18 april de tijd om onze reis in te plannen. De ingrediënten: een verblijf op een camping in de omgeving van Valencia van dinsdag 9 april tot maandag 15 april, de rest was reistijd. De afstand vanuit onze woonplaats: om en bij de 1750 km.
Op zaterdag werd de motorhome volledig startklaar gemaakt zodat we er op zondagmorgen redelijk vroeg mee konden vertrekken.
Zondagmorgen rond 7u45 was het zover: we verlieten de stallingplaats van onze motorhome en als eindbestemming hadden we de camperplaats van Mèze, aan de baai van Thau, in onze GPS ingesteld.
De rit van ongeveer 1.080 km. verliep vlekkeloos omdat er op zondag geen vrachtwagens in Frankrijk mogen rijden. Rond 20u00 waren we ter plaatse op de camperplaats van Mèze. Onze kaart van de organisatie “Camping-Car Park” verschafte ons zeer snel toegang tot de camperplaats. In totaal zijn er 44 plaatsen beschikbaar en al gauw hadden we ons geparkeerd op één van hen. Elke plaats beschikt over 6A elektriciteit en er is ook een servicepunt aanwezig waar je je afvaltank en toiletcassette kan lozen. Door de kaart van de organisatie tegen een digitaal bord te houden kan je drinkbaar water tanken.
Na een rustige nacht en een bezoekje aan het servicepunt vervolgden we onze reis met als eerste tussenstop een oesterkwekerij in de buurt van de camperplaats: K&Y Caussel, waar je trouwens gratis (bij aankoop van oesters) kan overnachten op zijn camperplaats (weliswaar zonder voorzieningen). Na aankoop van 2 dozijn oesters reden we de autostrade op in de richting van onze volgende bestemming: camping “Los Pinos” in Peñiscola. Dit maakte dat we op dinsdag nog slechts ongeveer 150 km. moesten afleggen.
Op de camping kregen we een plaats toegewezen op een plein waar nog enkele andere motorhomes stonden. Net nadat we geïnstalleerd waren begon het te regenen en waren we genoodzaakt om eventjes in de motorhome te vertoeven. Gelukkig was de bui van korte duur en stonden we voor de rest van de namiddag in de zon. Deze 5 sterren camping beschikt over alle voorzieningen, een bar, restaurant en een zwembad (op dat moment nog niet bruikbaar wegens gebrek aan water).
Aangezien we redelijk vermoeid waren van de lange ritten van de voorbije dagen besloten we om het, naar verluidt, gezellige centrum van Peñiscola niet te bezoeken.
Het openen en nuttigen van de oesters en een bijhorende fles “Plaisir Nature” van het champagnehuis Robert Allait werden het gastronomische hoogtepunt van de avond.
We genoten van een zalige nachtrust en rond 11u00 reden we in de van onze verblijfplaats voor de volgende 6 nachten: camping “Coll Vert” in Playa de Pinedo, een 8-tal kilometer buiten Valencia. Dit was al een avontuur op zich: onze GPS loodste ons dwars door het zeer drukke centrum van Valencia.
We mochten de camping echter pas rond 15u30 betreden en dat gaf ons de tijd om eerst nog een supermarkt te bezoeken om de nodige levensmiddelen aan te kopen voor de komende dagen. Daarna was het tijd om ons aan te melden bij camping “Coll Vert”.
Na een zeer vriendelijke ontvangst mochten we kiezen uit 2 plaatsen. We kozen de plaats die net naast de sanitaire installaties gelegen was. Het viel ons op dat er een frisse wind stond en de volgende dagen zouden hier nog meermaals mee geconfronteerd worden: het is een dagelijks fenomeen in de lente in deze streek, veroorzaakt door warme en koude luchtlagen.
We installeerden ons op het door ons gekozen plekje (elektriciteit, grondzeil, stoelen, tafels, etc.) en na het avondeten bekeken we hoe we ons bezoek aan Valencia gingen aanpakken.
Op woensdagvoormiddag (10/04/2019) namen we net voor de camping, rond 10u00 en voor 1,5€ p.p. bus 25 naar halte “Port de la Mar” vanwaar we de wijken “Centrum” (Ciutat Vella) en “El Carmen” zouden bezoeken (naar deze wijken ging onze grootste interesse uit).
Het laat zich al raden: in de wijk “Centrum” (lees oud-centrum) vind je een schat aan goed bewaarde zeer mooie gebouwen. Het is een mix van Moorse en Katholieke bouwstijlen.
Valencia werd in 138 voor Christus door de Romeinen gesticht. In 711 kwam de stad in handen van de Moren en pas in de 13e eeuw heersten de Spanjaarden er weer. De stad heeft dus een lange geschiedenis waarin er vele verschillende heersers zijn geweest (o.a. “El Cid”, Rodrigo Diaz de Vivar regeerde er tussen 1093 en 1099). Vooral in de 15e eeuw bloeide Valencia op. Er werden prachtige gebouwen, paleizen, kerken en universiteiten gebouwd.
Het opsommen van al de historische gebouwen die we tegenkwamen zou dit verhaal te lang doen worden en daarom beperken we ons tot de gebouwen en bezienswaardigheden die op ons de grootste indrukken nalieten.
Eén van de eerste gebouwen die we tegenkwamen waren het imposante “Plaza de toros de Valencia” (stierenarena) en het Noordstation.
- Het “Plaza de Toros de Valencia” werd gebouwd tussen 1850 en 1859. De structuur telt 48 zijden en 384 externe bogen en het één van de grootste arena’s voor stierenvechten in Spanje.
- Het “Estación del Norte” (Noordstation) werd ingehuldigd in 1917. Zowel de buitenkant als de afwerkingen aan de binnenkant vertonen versieringen waarvan je mond zou kunnen openvallen. Er werd een eerbetoon gebracht aan de Valenciaanse industrie, en in het bijzonder aan de sinaasappel. De voorgevels hebben bepaalde gotische elementen. De grote kwaliteit van de mozaïeken in de plafonds, vloeren en muren, is opvallend, eveneens als het smeedwerk en de weelde van keramiek met opzichtige kleuren.
Het volgende gebouw waar we binnenin een kijkje gingen nemen was het postkantoor, het “Palacio de Correos y Telégrafos”. Het werd gebouwd tussen 1915 en 1923 op de grond waar voordien de visserswijk was gelegen. Op het gebouw zijn veel verschillende symbolen en beelden te vinden. Aan de voorkant, boven de ingang zie je vijf continenten als personen uitgebeeld. Bovenop het postkantoor zie je een boot en een trein, de vervoersmiddelen waarmee vroeger de post werd vervoerd. Binnenin het postkantoor is in het midden grote ovale ruimte. Het glazen dak bestaat 370 panelen en hierop worden de 48 provincies van Spanje uitgebeeld. In het midden ervan bevindt zich het wapenschild van Valencia.
Nog een gebouw dat zeker een bezoekje waard is: de Mercado Central. Dit grote gebouw werd in 1928 gebouwd. De voorgevel is kleurrijk versierd met mozaïeken en het is zowel op architecturaal als artistiek vlak een interessante plek. Het is niet alleen het grootste marktgebouw van Spanje, het is ook de oudste en drukste overdekte markt van Europa. De ruimte is rond de 8000 m² groot en er kunnen zo’n 400 marktkraampjes staan. Elke dag van maandag tot zaterdag kun je er kiezen uit een rijk gamma aan verse producten, zoals vis, vlees, brood en andere lokale delicatessen.
Bij het verlaten van de Mercado Central passeerden we een kraampje waar ze o.a. paëlla pannen in alle mogelijke formaten en materialen. Aangezien we reeds lang het idee hadden geopperd om ons een (kleine) paëlla aan te schaffen leek dit het voor ons uitgelezen moment en na het uitgeven van enkele euro’s waren we de trotse eigenaars van een 3-persoons paëlla pannetje. Het gerecht om een typisch Valenciaanse paëlla te maken kregen we er gratis bij.
Hier treffen we trouwens ook de mooie kerk “Església de Sant Joan del Mercat” aan.
Tijd voor een beetje streetart: we wandelden nu de wijk “El Carmen” in. In deze wijk vind je namelijk de nodige streetart en kleurrijke graffitikunst.
We wandelden er o.a. langs het mooie Plaza de La Virgen, de Kathedraal van Valencia, de Turiafontein en de basiliek van de Virgen de los Desamparados, …
We keerden een beetje op onze stappen terug en kwamen aan bij de Torres de Quart.
De Torres de Quart worden ook wel Torres de Cuart genoemd. Met een Q is namelijk de Valenciaanse benaming en op z’n Spaans is het met een C. De naam stamt af van de plek waar de torens staan. Vroeger liep er namelijk een weg van het Plaza de la Virgen, onder de poort door naar het dorpje Cuart de Poblet. De torens staan op de kruising van de straten Calle Guillén de Castro en Calle Quart.
De Torres de Quart hadden voornamelijk een beschermende functie. Van gevaar van buitenaf, maar ook in andere opzichten. In 1562 werden de torens gebruikt als opslagruimte voor buskruit. Dit zorgde wel voor wat spanningen tussen de militaire autoriteiten en de Valenciaanse gemeente… Tot 1626 had één van de torens nog een functie. Deze werd namelijk gebruikt als gevangenis voor vrouwen. In de negentiende eeuw veranderde dit naar een militaire gevangenis. In 1865 viel de Valenciaanse stadsmuur en in 1932 stopte ook de functie van de toren als militaire gevangenis.
Op de Plaça de Santa Úrsula, aan de Torres de Quart, hielden we halt bij Restaurante La Pizca De Sal omdat het terrasje er gezellig uit zag en er plaats genoeg leek te zijn.
We bestelden er ons elk een lokaal biertje: een Turia van’t vat. Dit is een zeer lekker amberkleurig biertje. Een echte aanrader. Het werd ons gebracht door een super vriendelijke garçon die als twee druppels water op “king Ragnar” uit de televisieserie “Vikings” leek.
Ondertussen hadden we ook al een beetje honger gekregen en aangezien de menu er aantrekkelijk uit zag besloten we om er alvast binnen een tafeltje te reserveren tegen 14u00 (de meeste Spanjaarden nuttigen hun lunch tussen 14u00 en 16u00).
Rond 13u45 begon het te regenen en werden we door onze garçon uitgenodigd om binnen plaats te nemen. Toen hij ons de menukaart bracht kon ik mijn nieuwsgierigheid niet meer de baas en vroeg ik hem of hij de serie “Vikings” kende. Hij glimlachte en zei onmiddellijk “yes, I do. My sister always calls me Ragnar”. Na nog wat praten over koetjes en kalfjes met “Ragnar” namen we de tijd om onze menukaart te bekijken.
We zagen een aantrekkelijke menu (menú Pizca de Sal) staan voor maar 19,50€ en hiervoor kregen we 3 riante voorgerechten:
- Een salade met geitenkaas, walnoten, rozijnen, perzik, tomaten en confituur
- Aardappelen met Burgos bloedworst, gekarameliseerde appel en ui in een korstje
- Gebakken inktvis met limoen-mayonaise
Als hoofdgerecht besloten we om voor de Valenciaanse paëlla (met kip en konijn) te gaan.
Het dessert bestond uit allerlei zoetwaren: cake, pudding, etc.
Dit alles samen met onze biertjes, een fles wijn en een fles water kostte ons 31€. Het was lang geleden dat we zoveel eten en drinken kregen voor zo weinig geld.
We namen, net zoals de aanwezige Spanjaarden, onze tijd om dit rustig op te eten. De regen viel op dat moment trouwens met bakken uit de lucht.
Toen we de zaak rond 16u00 verlieten scheen het zonnetje opnieuw en konden we onze wandeling verder zetten.
Als eerste bezochten we de Torres de Serrano die zich in de wijk “El Carmen” bevinden waarna we terugkeerden naar de wijk “Centrum” om daar enkele ticketjes te kopen voor de “hop on – hop off” bus waarmee we een tour maakten rond de meeste bezienswaardigheden van Valencia. Een beetje een geluk dat we dit deden want quasi de ganse tijd die we op de bus doorbrachten, regende het. Het hield op met regenen op praktisch hetzelfde moment waarop de tour ten einde was. Karma zeker?
Nadien kuierden we nog wat rond alvorens op zoek te gaan naar onze bushalte aan de “Port de la Mar”. We moesten niet te lang wachten op onze overvolle bus en een vlotte rit later werden we afgezet ter hoogte van de ingang van de camping.
Op de camping genoten we van een lekker apéritiefje voor onze motorhome, maar daarna werd de wind opnieuw koud en waren we genoodzaakt om ons avondmaal te nuttigen in de motorhome. Al bij al hadden we een zeer goed gevulde dag achter de rug.
De dag nadien, donderdag 11 april, vertrokken we rond middag per fiets in de richting van het dorpje “El Saler” langs waar we het “PARQUE NATURAL L’ALBUFERA” zouden inrijden (Ter info: onze camping was gelegen aan dit natuurgebied, maar door via El Saler te rijden werd onze fietstocht wat langer).
Het Albufera is een groot natuurpark van 21.000 hectare groot en ligt dus ten zuiden van Valencia. Je vind er hier het grootste zoetwatermeer van Spanje dat omringd wordt door een grote diversiteit aan planten, bomen en bloemen. Indien gewenst kan je op het meer een boottochtje maken, vaak in combinatie met een Paëlla maaltijd. Een groot deel van dit gebied wordt namelijk gebruikt voor het verbouwen van rijst, maar ook paling komt uit dit natuurgebied. Niet gek dus dat dit twee van de hoofdingrediënten in de Valenciaanse keuken zij en dat ook dit gebied de geboorteplaats schijnt te zijn van de Valenciaanse paëlla (die af en toe ook slakken (“caracoles”) kan bevatten).
Voor de geïnteresseerden hierbij de ingrediënten en de bereidingswijze van een klassieke Valenciaanse paëlla zonder slakken (bron = https://www.verrassendvalencia.nl/paella.html):
RECEPT PAËLLA VALENCIANA
Ingrediënten (voor 4 personen)
Rijst – 320 gram
Kip – 700 gram
Konijn – 400 gram
Garrofón (typisch Valenciaanse boon) – 70 gram
Witte boon (of Tavella) – 60 gram
Geraspte natuurlijke tomaten – 5 soeplepels
Groene bonen – 350 gram
Artisjokken (in het seizoen) – 2 of 3
Olijfolie – 18 cl.
Paprikapoeder
Draadjes Saffraan – 300 mg
Zout
Water
Eventueel wat verse takjes Rozemarijn
BEREIDING
In het midden van de paëlla pan verdeel je de olijfolie. Zodra de olijfolie begint te roken, leg je de stukken kip en de stukken konijn in de pan (licht gezouten) en bak deze op gematigd vuur. Het is heel belangrijk dat het vlees goed gebakken wordt tot het een lekker bruin korstje heeft.
Doe vervolgens de groente erbij en laat het geheel zo enkele minuten stoven. Na enkele minuten schuif je de groenten en het vlees een beetje naar de zijkant van de pan, zodat er in het midden van de pan wat ruimte ontstaat. In het midden schenk je nu de tomaat en laat deze enkele minuten fruiten en vervolgens kan het paprikapoeder erbij. Laat het nog een minuutje stoven. Zorg er goed voor dat dit op laag vuur gebeurt, want als het paprikapoeder verbrandt, dan zal de paella bitter smaken.
Nu kun je er water bijgieten tot net iets onder de rand van de paëlla-pan. Een scheutje zout en het geheel kun je 30 minuten laten koken. Indien nodig kun je er meer water aan toevoegen. Zorg ervoor dat nu 30 minuten het geheel niet hoger dan tot de handgreep van de paëlla-pan komt. Proef de bouillon om te kijken of er nog zout bij moet. Houd in gedachte dat de rijst straks veel zout zal opnemen. Vervolgens kun je de rijst verdelen over het geheel en kan de saffraan worden toegevoegd. Zorg er goed voor dat alle rijst ondergedompeld ligt in de bouillon zodat er geen rijst ongekookt blijft. Kook het geheel nu 7 minuten op hoog vuur. Vervolgens wordt het geheel op een lager vuur 4 tot 5 minuten gekookt. Indien je een paar verse takjes Rozemarijn er in wilt doen, is dit het moment.
Indien er nog veel bouillon is, kun je het geheel nu 5 tot 6 minuten laten sudderen. In het geval dat er weinig of geen bouillon meer is, loop je het risico dat de paella verbrandt. Kook in dit geval het geheel op een laag vuur nog 3 – 4 minuten. In totaal wordt de paella zo’n 14 – 16 minuten gekookt waarvan 7 in het begin op hoog vuur (zoals eerder beschreven). Laat de paella nu nog een paar minuutjes staan voor je toe tast.
Wij beperkten ons tot onze fietstocht in deze mooie natuur, maar stopten onderweg toch bij een klein restaurant waar we iets dronken en enkele tapas naar binnen werkten. De harde tegenwind deed zijn best om onze fietstocht zo moeilijk mogelijk te maken, maar dit kon de pret niet bederven.
Na onze fietstocht sloten we de avond af met een lekkere maaltijd waarvoor we het vlees bakten op onze kleine Cadac Safarichef.
Op vrijdag 12 april begaven we ons opnieuw met de bus naar Valencia. Deze maal om een wandeling te maken via de “Jardín del Turia”.
We stapten af ter hoogte van het “Ciutat de les Arts i les Ciències & Calatrava”. ‘De Stad van Kunst en Wetenschap’ is een cultureel en wetenschappelijk complex in deze mooie stad. De 6 prachtige witte gebouwen rondom waterpartijen en de 125 meter hoge brug werden gebouwd tussen 1996 en 2009. Het gaat over de volgende bezienswaardigheden:
- L’Oceanogràfic: het grootste zeeaquarium van Europa.
- L’Hemisfèric: het planetarium en IMAX-theater 3D.
- El Palau de les Arts Reina Sofía: Dit opvallendste gebouw is het operagebouw en centrum voor podiumkunsten.
- L’Umbracle: gratis wandelpromenade met botanische palmentuin en een openluchtdiscotheek.
- El Museu de les Ciències Príncipe Felipe: wetenschapsmuseum waarbij u mag experimenteren met techniek door dingen aan te raken en te voelen.
- El Pont de l’Assut de l’Or: de 125 meter hoge brug over het terrein van ciutat de les arts i les ciències en hoogste punt van de stad Valencia.
- L’Àgora: evenementenhal voor o.a. concerten, tentoonstellingen, sportevenementen en de Valencia Fashion week.
Op de promenade was er een tijdelijke tentoonstelling met kunstwerken van de Nederlandse kunstenaar Arne Quinze:
Net voorbij het l’Umbracle daalden we via een helling af naar de Jardín del Tura. Dit parkgebied is aangelegd in de drooggelegde bedding van de rivier de Turia.
Na een ernstige overstroming in oktober 1957, die grote schade aanbracht aan de stad en vele mensenlevens kostte, werd besloten de rivier om te leggen naar de rand van de stad. Aanvankelijk werden er plannen ontwikkeld om de drooggevallen traverse te gebruiken voor een autoweg of een spoorlijn, maar een burgerbeweging leidde er uiteindelijk in de jaren 80 toe dat het gebied een groene bestemming kreeg.
Het park, dat zich door het centrum van de stad slingert, beslaat een oppervlakte van 110 ha en strekt zich uit over ongeveer 9 kilometer. Het dient als ontmoetingsplek en recreatiegebied en wordt veelvuldig gebruikt door joggers, fietsers en wandelaars. Het park bevat mooie plantsoenen, een voetbalveld, een tennisveld, rozentuinen, fonteinen, vijvers, speeltuinen voor de kinderen, een botanische tuin, etc. Voor kinderen zal het hoogtepunt de Gulliver zijn, een park vol met glijbanen op en vanaf deze 70 meter lange reus.
Aan de “oever” van het park treft u o.a. het Museo de Bellas Artes, de koninklijke tuinen, het IVAM (museum van moderne kunst), de Torres de Serranos en het concertgebouw ‘Palau de la Música de València. Het Turia park mond uiteindelijk in het zuiden uit in de Ciudad de las Artes y Ciencias en in het westen wordt het afgebakend door het Cabacera park en het Bioparc.
Nadat we bij een gezellig paviljoen een lekkere Sangria hadden gedronken verlieten we ter hoogte van de Torres de Quart de rivierbedding om onze weg te vervolgen naar de botanische tuin die eigendom is van de Universidad de Valencia en stamt uit 1567 (adres = Calle Quart 80, Valencia). Tweehonderd jaar lang werd de tuin gebruikt om medicinale planten te verbouwen, omdat deze toen gebruikt konden worden bij de studie Medicijnen. Gedurende de 19e eeuw werden er lessen gegeven in de botanische tuin en er werden diverse experimenten uitgevoerd om bijzondere planten te creëren. Een eeuw later raakten de tuinen helaas in verval. Pas in 1987 besloot de universiteit de botanische tuin te renoveren. In 2000 was de verbouwing klaar en sindsdien staat ‘El Botànic’ weer volop in groei en bloei. De tuin bevat meer dan 4500 verschillende plantensoorten.
Na ons bezoekje aan de botanische tuin gingen we iets eten bij Restaurante La Pizca De Sal, hetzelfde restaurant waar we 2 dagen voordien ook hadden gegeten. We waren er pas rond 15u00 waardoor het er erg druk was, maar we werden herkend door één van de obers die we de vorige keer ook hadden ontmoet en we kregen het enigste nog vrije tafeltje toegewezen.
Deze keer hielden we het iets soberder en gingen we voor de 3 gangen menu. Met deze menu en enkele biertjes achter de kiezen konden we ongeveer een uur en half later onze wandeling verder zetten.
Dit deden we door in de buurt van het oude centrum te gaan winkelen.
We sloten onze wandeling af in de Mercado de Colón. Deze is gelegen in de wijk Pla del Remei, grenzend aan de zuidkant van het centrum van Valencia. Op deze plek was vroeger een gasfabriek gevestigd. De markt werd ontworpen in 1914 door Francisco Mora Berenguer (1875 – 1961). Hij had architectuur gestudeerd in Barcelona en kwam zo in contact met het Catalaanse modernisme en vooral met het werk van de bekende Gaudí. Het duurde nog even voordat de bouw mocht beginnen. De gemeente moest ervan worden overtuigd dat ook in deze wijk een markt moest komen, zodat bewoners niet ‘helemaal’ naar de Mercado Central of de Mercado Ruzafa hoefden.
Uiteindelijk werd de gemeente overgehaald en kon de bouw beginnen. Op Kerstavond in 1916 was de spectaculaire opening. Er vond een stoet plaats van het Plaza de Toros tot de Mercado met de koopmannen en veel gezellige muziek. Eind twintigste eeuw verslechterde de markt helaas. Koopmannen die een plekje gehuurd hadden, gingen met pensioen of sloten hun kraam. Ook werd het onderhoud van de Mercado de Colón niet meer bijgehouden, waardoor klanten werden weggejaagd…
Gelukkig werd de Mercado de Colón gerestaureerd. In 2003 was versie 2.0 van de Mercado de Colón af. Het werd niet meer gebruikt als traditionele markt, maar als markt met barretjes en cafeetjes. Er zijn twee verdiepingen, beide met horeca. Het is de plek waar de Valenciaan graag komt voor ontbijt, koffie, een horchata of voor de borrel!
De markt is een pareltje om te zien. Het heeft een oppervlakte van 3.500 m2. Wat eigenlijk meer bijzonder is, zijn de super hoge plafonds. Let ook vooral op de details. Aan één kant van de Mercado Colon (aan de kant van calle Jorge Juan) zie je prachtige afbeeldingen, gemaakt van mozaïek. De typisch Valenciaanse sinaasappeltjes zijn een streling voor het oog. Je zal ook pilaren zien met tegeltjes, waarvan je misschien zou denken dat het mozaïek is. Dit is echter ‘trencadís’, een andere mozaïekvorm. Hierbij worden tegels kapot geslagen en de stukjes tegels tegen elkaar aangezet, maar veel minder precies zoals dat bij de traditionele mozaïek gaat.
Bij één van de vele drankgelegenheden dronken we één van de bekendste drankje in Valencia: “agua di Valencia”.
Agua de Valencia kwam in het einde van de jaren ’50 tot stand. In die tijd kwamen er vaak Baskische reizigers naar Cervecería Madrid de Valencia die graag het drankje ‘Agua de Bilbao’ bestelden. De reizigers bedoelden hiermee de beste mousserende wijn die de bar had. De eigenaar werd het na een tijdje beu om steeds hetzelfde te moeten schenken. Hij bood ze daarom het drankje ‘Agua de Valencia’ aan. De Baskische bezoekers wilden dit graag proberen. Het zelf bedachte drankje van Constante Gil viel in de smaak! Bij de volgende bezoeken aan de bar bestelden de reizigers nooit meer iets anders. Vanaf de jaren ’70 werd het drankje steeds populairder en tegenwoordig is Agua de Valencia niet meer weg te denken in het historisch centrum van Valencia.
Recept van AGUA DE VALENCIA:
De ingrediënten voor één ‘copa’ (= bolvormig glas) Agua de Valencia:
- 70 cl. cava
- 25 cl. (verse) sinaasappelsap
- 5 cl. wodka
- 5 cl. gin
- Suiker naar smaak
- 1 limoen of sinaasappel als garnering
- ijsblokjes (naar wens)
Meng het sinaasappelsap met de wodka en gin in het glas. Snijd de limoen of sinaasappel in schijfjes. Voeg deze toe aan het glas of garneer deze op de rand van het glas. Voeg wat suiker toe naar smaak, roer dit een klein beetje door. Om de cocktail helemaal af te maken schenk je vlak voor het serveren de cava in. Voeg tenslotte nog wat ijsblokjes toe.
Na deze lekker cocktail keerden we terug naar de “Port de la Mar” waar we een beetje later konden opstappen op de bus die ons terug naar de camping bracht.
Daar haalden we opnieuwe onze Cadac BBQ boven en prepareerden we ons een lekker avondmaal.
Zaterdag 13 april deden we helemaal niets: het was zonnig weer en we genoten er de ganse dag van aan onze motorhome, met een goed boek, iets om te knabbelen en af en toe een drankje. Niets doen kan ook prettig zijn!
De dag nadien, zondag 14 april, keerden we voor een laatste maal terug naar Valencia. Deze maal gingen we het aquarium “L’Oceanogràfic” bezoeken.
De bushalte is er vlakbij dus na een zeer korte wandeling stonden we aan te schuiven voor onze ticketjes. Deze kostten ons 30,70€ per persoon. Niet weinig, maar je krijgt er wel zeer veel voor in de plaats:
Het Oceanogràfic is het grootste aquarium van Europa met meer dan 500 diersoorten en 40.000 dieren. Al deze dieren zijn verdeeld in twaalf delen met elk eigen kenmerken:
- Mediterráneo: aquarium met flora en fauna uit de Middellandse Zee.
- Humedales: watervogels uit de Spaanse moerassen & tropische mangroves. Je vindt hier prachtige vogels, maar als je goed kijkt, kun je hier ook schildpadden vinden!
- Templados y Tropicales: aquarium met fauna uit gematigde en tropische zeeën. Je vindt hier ook bassins met gewone zeehonden en Magelhaenpinguïns. Je komt hier ook de prachtigste koraalriffen tegen!
- Islas: onderdeel dat is gebaseerd op de eilanden langs de Zuid-Amerikaanse kust. Je vindt hier Patagonische zeeleeuwen.
- Mar Rojo: aquarium met vissen uit de Rode Zee.
- Ártico: in dit aquarium vind je walrussen en witte dolfijnen (beluga walvissen).
- Antártico: in dit aquarium voornamelijk rotskliffen, ijsblokken en… pinguïns.
- Océanos: dit is een van de meest bijzondere onderdelen van het Oceanografic. In een lange tunnel loop je onder grote haaien (onder andere de zandtijgerhaai en de verpleegsterhaai). Een leuk weetje: Spaanse kindjes kunnen hun verjaardag vieren in het Oceanografic en in de tunnel onder de haaien slapen. Dan wordt er een groot slaapfeestje georganiseerd. Spannend!
- Delfinario: het dolfijnenbassin. Dit dolfinarium is ook een van de grootste ter wereld en wel de grootste van Europa! Er zijn vijf zwembaden waar ongeveer 30 dolfijnen in kunnen.
- Cocodrilario: zoals de naam het al verklapt… Hier vind je krokodillen.
- Medusas: je vindt in het aquariumpark ook een kwallengedeelte.
Onze lunch nuttigden we in het grote restaurant en het mag gezegd zijnde: voor een grootkeuken was het best zeer lekker.
Na een zeer goed gevulde dag door te brengen in dit complex begaven we ons nog even naar het nabij gelegen winkelcentrum waar we nog enkele inkopen deden (wat kledij en wat spulletjes voor het avondeten).
Het was zondag en blijkbaar was daardoor het bus schema ’s avonds een beetje aangepast waardoor we meer dan een uur dienden te wachten op de volgende bus. Aangezien we beiden redelijk vermoeid waren besloten we om één van de klaarstaande taxi’s te nemen naar de camping. Na een korte rit en het betalen van een kleine 12€ werden we vakkundig afgezet aan onze bestemming.
Na het avondmaal maakten we onze motorhome vertrekkensklaar (grondzeil opruimen, fietsen op de fietsendrager monteren, beetje stof blussen, etc.) omdat we de dag nadien de camping dienden te verlaten.
Maandag 15 april verlieten we de camping en als eerste tussenstop besloten we om opnieuw naar camping “Los Pinos” in Peñiscola te rijden. Onze reden: het weer in de regio bleef nog goed en Peñiscola had de vorige keer al onze interesse opgewekt.
Na een vlotte rit van iets minder dan 2 uur bereikten we, net iets voor de middag, camping “Los Pinos”. De registratie was zeer snel klaar en deze keer kregen we een plekje toegewezen op de camping zelf. Het viel ons op dat er deze keer veel minder motorhomes en caravans op de camping aanwezig waren.
We nuttigden een kleine lunch en daarna vertrokken we te voet naar het oude centrum van Peñiscola. Dit werd een wandeling van om en bij de 4km. die ons via een natuurgebied en een lange promenade langs de kust tot aan het oude stadscentrum van Peñiscola bracht.
Op de rots naast het centrum staat een burcht uit de 14e eeuw en ook in het oude centrum zie je vele authentieke gebouwen. Het kasteel Papa Luna steekt 64 meter boven de zee uit en is gebouwd tussen 1294 en 1307. Op de plaats waar het kasteel nu staat stond ooit een Arabische citadel. Het dankt zijn naam aan de Paus Benedictus XIII (Pedro de Luna) die tussen 1411 en 1423 in dit kasteel in Peñíscola woonde. Hij was één van de weinige pausen die niet in Vaticaanstad zijn zetel had. Buiten de kasteelmuren vind je een bronzen standbeeld van deze Papa Luna. De indrukwekkende kasteelmuren zijn onderverdeeld in drie delen met verschillende architectonische en militaire bouwstijlen. Vanaf het kasteel heb je daarnaast een prachtig uitzicht over het strand, de haven en de oude stad van Peñíscola.
Uiteraard bestaan de meeste handelszaken binnen de muuromwallingen uit souvenirwinkels, bars en restaurants. Het is in één van deze restaurants dat we ons rond 14u00 neervlijden aan een tafeltje en dat we ons te goed deden aan een lekkere paëlla en enkele lekkere desserten.
Toen we terugkeerden naar de camping hielden we, net voor het verlaten van de promenade naar het natuurgebied, nog even halt bij een kruidenierszaak waar we snel nog enkele Pata Negra paté’s, een zak appelsienen van 5kg. en een vruchtenpers kochten. We waren tenslotte al op onze terugweg naar huis en we hadden nog geen enkele keer vers appelsiensap gedronken!
Dit maakten we de volgende ochtend goed door enkele appelsienen te persen in onze gloednieuwe pers en het goudgele vocht ons bij het ontbijt te laten smaken.
Na het ontbijt vertrokken we in de richting van onze volgende bestemming: de “Aire Camping-Car Park Millau” in het gelijknamige stadje dat ook wel bekend staat door de mooie viaduct die eroverheen loopt: Millau.
De temperatuur ging er sterk op achteruit: we gingen van een zalige 27°C in Peñiscola naar een koude 10°C in de omgeving van Millau. Onderweg hadden we ook nog een beetje pech: door werkzaamheden was de afrit voor Millau niet bruikbaar en dienden alle weggebruikers op een eerdere afrit de snelweg te verlaten. Daardoor bereikten we Millau via een omleiding die ons langs zeer, langs de bergwanden slingerende wegen leidde.
Rond 16u00 kwamen we aan bij de camperplaats “Aire Camping-Car Park Millau” die wordt beheerd door de organisatie “Camping Car Park”. We waren de derde camper in de wachtrij.
Om toegang te krijgen tot het camperpark heb je een kaart nodig van de organisatie “Camping Car Park”. Deze kaart kan je aankopen aan de console ter hoogte van de ingang. Deze displays werken niet altijd even vlot en dat was te merken aan de dame uit de motorhome die op het moment van onze aankomst, bezig was met de procedure voor het aanschaffen van een kaart. Ondanks de hulp van enkele omstaanders ontstak zij in een woedebui en ze schold de persoon van de helpdesk, die ze ondertussen aan de lijn had, uit voor rotte vis. Droevig en hilarisch tegelijktertijd. Uiteindelijk geraakte haar probleem opgelost en konden ze het camperpark betreden.
Onze voorganger en wijzelf beschikten reeds over een kaart van de organisatie waardoor de registratieprocedure aanzienlijk werd ingekort.
De camperplaats beschikt over een servicepunt waar er vers water kan genomen worden, je water kan lozen en je toilettecassette kan gereinigd worden. Er waren ook diverse elektriciteitskasten aanwezig, maar hiervan bleek er maar één te werken. Wij besloten het dan maar zonder elektriciteit te doen.
Nadat we goed en wel geparkeerd waren trokken we onze regenjas aan en wandelden we in de richting van het centrum van Millau. Ons hoofddoel was het zoeken van een locatie om iets te gaan eten en daarvoor hadden we keuze genoeg in deze stad.
Het gezellige stadje Milau ligt in een bijzondere natuurlijke omgeving: in het hart van het Regionale Natuurpark Les Grands Causses.
Het belfort, dat met zijn 42 meter het oude gedeelte van Milau overheerst, heeft een vierkante toren uit de 12de eeuw, en een achthoekige toren uit de 17de eeuw, die een prachtig uitzicht bieden over de daken van het stadje, de beroemde viaduct van Millau en het ongerepte landschap van de Grands Causses.
Na het bezoekje aan het historisch centrum was het de beurt aan de schilderachtige straatjes met zijn winkels, het plein place du Maréchal Foch met de fontein en de overdekte doorgangen.
De leder- en handschoen industrie hebben Millau bekend gemaakt en doen dat nog steeds, dit is duidelijk te merken aan de talrijke handelszaken die hun lederwaren aan de man trachten te brengen.
De natuur rondom Millau zal vooral de actieve natuurwandelaars aantrekken vermoeden we.
Door het grauwe weer hadden we niet veel zin om lang rond te lopen in het centrum en namen we onze intrek in restaurant “Boca Reva”. Na enkele drankjes kregen we er simpele, maar zeer lekkere gerechten voorgeschoteld.
Rond 21u00 waren we terug in onze motorhome waar we de verwarming toch nog even in werking stelden omdat de temperatuur toch gevoelig was gezakt.
Op woensdag 17 april begaven we ons rond 7u00 op de baan omdat we nog een flinke rit voor de boeg hadden naar onze volgende bestemming: Villers-sous-Châtillon, de thuisbasis van onze favoriete champagnehuis “Robert Allait” gelegen aan de Rue Du Parc nummer 6.
Daar kwamen we rond 16u30 aan op de camperplaats recht tegenover het champagnehuis van “Robert Allait”. Dit gaf ons nog de gelegenheid om wat champagne te gaan degusteren en wat bij te praten met de eigenaars Sylvie en Robert. Onze bestelling werd met een trolley tot aan onze motorhome gebracht. De reeds gekoelde fles die we hadden gekregen werd, na het opbergen van de aangekochte dozen champagne, ontkurkt en fel gesmaakt in de avondzon.
Het werd een rustige avond waarbij we nog wat nakaarten over onze reis waarbij toch weeral veel nieuwigheden hadden gezien. Ondanks het groot aantal kilometers dat we op relatief korte tijd hadden afgelegd vonden we dit een zeer geslaagde uitstap.
In de late voormiddag van donderdag 18 april vertrokken we huiswaarts met een groot aantal leuke herinneringen.
Geraadpleegde bronnen voor het opzoeken van de bijkomende informatie:
- https://www.visitvalencia.com/nl/wat-te-bezoeken-in-valencia/essentieel
- https://www.verrassendvalencia.nl/
- https://www.valencia.tips/plaza-de-toros-valencia/
- https://spaansesteden.nl/Valencia/bezienswaardigheden.html
- https://www.valencia.tips/
- https://www.expedia.be/Valencia.d6023332.Vakantie-Citytrip
Klik hier om meer foto’s te bekijken van deze én onze andere motorhome reizen.
Op PolarSteps.com ziet onze trip er als volgt uit (https://www.polarsteps.com/LucCeulemans/795775-spanje-en-frankrijk):
Onze andere reizen kan u ook via onderstaande weg raadplegen:
Reacties
Spanje – Valencia – 07/04/2019 tot en met 18/04/2019 — Geen reacties
HTML tags allowed in your comment: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>